Operation Manual
630
8.1 Gereedschapsdatabase
Opnametype: Bij verschillende gereedschapsopnames moet het
opnametype van het gereedschap en van de opnameplaats identiek
zijn (zie MP 511, ...).
Beïnvloedt de gereedschapskeuze en -plaatsing in de
TURN PLUS.
Met de functies "Gereedschapstabel instellen" wordt
gecontroleerd of het gereedschap op de bedoelde revolverpositie
kan worden toegepast.
Positiehoek (rw): legt de afwijking ten opzichte van de
hoofdbewerkingsrichting in rekenkundig positieve zin vast (–90° <
rw < +90°) – zie afbeelding. De TURN PLUS maakt alleen gebruik
van boor- en freesgereedschap dat in de richting van de hoofdas
respectievelijk haaks op de hoofdas werkt.
Aantal tanden: wordt bij "aanzet per tand G93" gebruikt
Uitsteeklengte (ax): bij boor- en freesgereedschap geldt het
volgende:
axiaal gereedschap: ax = afstand van gereedschapsreferentiepunt
tot bovenkant van de houder
radiaal gereedschap: ax = afstand van
gereedschapsreferentiepunt tot onderkant van de houder (ook
wanneer de boor/frees in een klauwplaat is ingespannen)
Gereedschapshouder, opnamepositie
Gereedschapshouder
Bij de gereedschapsweergave in de simulatie en controlegrafiek wordt
rekening gehouden met de vorm van de houder en de opnamepositie
op de gereedschapshouder. Wanneer het type gereedschapshouder
niet wordt opgegeven, maakt de CNC PILOT gebruik van de
vereenvoudigde weergave.
Of de gereedschapshouder in een axiale of radiale opname wordt
gebruikt, en of er een adapter wordt toegepast, wordt door de
CNC PILOT op basis van de revolverpositie bepaald.
De CNC PILOT houdt rekening met de volgende houders (benaming
van de standaardhouder volgens DIN 69 880).
Houdergroep 1