Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 4290 91
3.5 Automatisch bedrijf
2. Inspectiemodus – snijkant controleren
Snijkant controleren; indien nodig, vervangen.
De inspectie afsluiten. De CNC PILOT laadt het
terugverplaatsingsprogramma ("_SERVICE").
De dialoogbox "GS-correctie" wordt geopend. Voer de
gereedschapscorrectie in.
Kies bij een nieuwe snede de correctiewaarde zodanig dat het
gereedschap bij het terugverplaatsen vóór het onderbrekingspunt
staat.
Eventueel de spil activeren.
3. Inspectiemodus – gereedschap terugverplaatsen
Aan het begin van het terugverplaatsingsprogramma worden de
vragen gesteld "Doorstarten bij opnieuw benaderen?" en "Benaderen
tot op/vóór onderbrekingspunt". Met uw antwoorden wordt het
terugverplaatsingsprogramma als volgt geregeld:
Doorstarten = ja (zie 3.1 Gereedschap terugverplaatsen en
"doorstarten")
Benaderen tot op het onderbrekingspunt: Het
terugverplaatsingsprogramma verplaatst het gereedschap in
ijlgang tot op het onderbrekingspunt en zet het programma zonder
stop voort.
Benaderen tot vóór het onderbrekingspunt: het
terugverplaatsingsprogramma verplaatst het gereedschap in
ijlgang tot vóór het onderbrekingspunt en zet het programma
zonder stop voort.
Doorstarten = nee (zie 3.2 Gereedschap terugverplaatsen en
stoppen)
Benaderen tot op het onderbrekingspunt: het
terugverplaatsingsprogramma verplaatst het gereedschap tot op
het onderbrekingspunt en stopt het programma.
Benaderen tot vóór het onderbrekingspunt: het
terugverplaatsingsprogramma verplaatst het gereedschap tot
vóór het onderbrekingspunt en stopt het programma.
"Doorstarten = ja" wordt meestal gebruikt wanneer de snijplaat niet is
vervangen.