Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 640 109
3.7 Werkstand "Handbediening"
3.7 Werkstand "Handbediening"
Bij de handmatige werkstukbewerking verplaatst u de assen met
de handwielen of jogtoetsen. U kunt ook Teach-in-cycli gebruiken om
complexere bewerkingen uit te voeren (halfautomatische bediening).
De verplaatsingen en cycli worden echter niet opgeslagen.
Na inschakeling en de referentieprocedure bevindt de CNC PILOT zich
in de werkstand "Handbediening". Deze werkstand blijft behouden
totdat u Inleren of Programma-verloop selecteert. Met de term
"Machine" in de kopregel wordt aangegeven dat er sprake is van
"handbediening".
Gereedschap wisselen
Het T-nummer/gereedschaps-ID voert u in de TSF-dialoog in.
Controleer de gereedschapsparameters.
Met "T0" wordt geen gereedschap gedefinieerd. Er worden dus geen
lengtematen, snijkantradius, etc. opgeslagen.
Spil
Het spiltoerental voert u in de TSF-dialoog in. De spil wordt met de
spiltoetsen (machinebedieningspaneel) in- en uitgeschakeld. De
stilzethoek A in de TSF-dialoog zorgt ervoor dat de spil altijd op deze
positie stopt.
Bediening van het handwiel
Zie gebruikershandboek.
Definieer het werkstuknulpunt en voer de
machinegegevens in, voordat u met de verspaning begint.
Let op het maximale toerental (kan in de TSF-dialoog
worden gedefinieerd).