Operation Manual

160 Teach-in-modus
4.4 Verspaningscycli
4.4 Verspaningscycli
Verspanings- en voedingsrichting voor verspaningscycli
De CNC PILOT bepaalt de verspanings- en voedingsrichting aan de
hand van de cyclusparameters.
Normale werkstand: de parameters Startpunt X, Z (handbediening:
Actuele gereedschapspositie) en Begin contour X1/einde contour Z2
zijn bepalend.
Uitgebreide werkstand: de parameters Beginpunt contour X1, Z1
en Eindpunt contour X2, Z2 zijn bepalend.
ICP-cycli: de parameters Startpunt X, Z (handbediening: "Actuele
gereedschapspositie") en Startpunt van de ICP-contour zijn
bepalend.
Verspaningscycli Symbool
Verspanen overlangs/overdwars
Voorbewerkings- en
nabewerkingscyclus voor
eenvoudige contouren
Insteken overlangs/overdwars
Voorbewerkings- en
nabewerkingscyclus voor
eenvoudige insteekcontouren
Parallel aan contour (ICP-
contour) overlangs/overdwars
Voorbewerkings- en
nabewerkingscyclus voor
willekeurige contouren (snijlijnen
parallel aan bewerkt werkstuk)
ICP-verspanen overlangs/
overdwars
Voorbewerkings- en
nabewerkingscyclus voor
willekeurige contouren
Met de verspaningscycli kunnen eenvoudige contouren in
de normale werkstand en ingewikkelde contouren in de
uitgebreide werkstand worden voor- en nabewerkt.
Met de ICP-verspaningscycli worden met ICP beschreven
contouren bewerkt zie "ICP-contouren" op pagina 376.
Snede-opdeling: de CNC PILOT berekent een aanzet,
die <=diepte-instellling P is. Een "nadraaisnede" is
overbodig.
Overmaten: met overmaten wordt rekening gehouden
in de "uitgebreide werkstand".
Snijkantradiuscorrectie: wordt uitgevoerd
Veiligheidsafstand na een snede:
Normale werkstand: 1 mm
Uitgebreide werkstand: wordt afzonderlijk ingesteld
voor bewerking aan binnen- en buitenzijde (zie "Lijst
van user parameters" op pagina 547).