Operation Manual

176 Teach-in-modus
4.4 Verspaningscycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase: nabewerken
Met de volgende optionele parameters definieert u:
A:afkanting aan het begin van de contour
W:afkanting aan het einde van de contour
R:afronding
B1:afkanting/afronding aan het begin van de contour
B2:afkanting/afronding aan het einde van de contour
WS: hoek van de afkanting aan het begin van de contour (nog niet
geïmplementeerd)
WE: hoek van de afkanting aan het einde van de contour (nog niet
geïmplementeerd)
Uitvoeren van cyclus
1 Verplaatst in langsrichting van startpunt naar beginpunt X1, Z1
2 Bewerkt het contourgedeelte na van beginpunt X1, Z1 tot
eindpunt X2, Z2 en houdt daarbij rekening met de optionele
contourelementen
3 Benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant