Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 640 179
4.4 Verspaningscycli
Verspanen, insteken overdwars
Versp.cycli overl./overdwars selecteren
Insteken overdwars selecteren
Met de cyclus wordt het gedeelte voorbewerkt dat wordt beschreven
met beginpunt contour, eindpunt contour en insteekhoek.
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase:
voorbewerken
Het gereedschap steekt met de maximaal mogelijke
hoek in, het restmateriaal blijft staan.
Hoe steiler het gereedschap insteekt, des te meer wordt
de voeding gereduceerd (max. 50%).
Cyclusparameters
X, Z Startpunt
X1, Z1 Beginpunt contour
X2, Z2 Eindpunt contour
P Diepte-instelling: maximale diepte-instelling
H Contourafronding
0: met elke snede
1: met de laatste snede
2: geen afrondingssnede
A Insteekhoek (bereik: 0° <= A < 90°; default: 0°)
W Eindhoek – afkanting aan einde van contour
(bereik: 0° <= W < 90°)
G47 Veiligheidsafstand (zie pagina 142)
G14 Gereedschapswisselpositie (zie pagina 142)
T Revolverplaatsnummer
ID Gereedschaps-ID-nummer
S Toerental/snijsnelheid
F Voeding per omwenteling
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant