Operation Manual

190 Teach-in-modus
4.4 Verspaningscycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase: nabewerken
Met de volgende optionele parameters definieert u:
W:afkanting aan het einde van de contour
R:afronding (in beide hoeken van de bodem van de contour)
B1:afkanting/afronding aan het begin van de contour
B2:afkanting/afronding aan het einde van de contour
Uitvoeren van cyclus
1 Verplaatst asparallel van startpunt naar beginpunt X1, Z1
2 Bewerkt het gedefinieerde contourgedeelte na en houdt daarbij
rekening met optionele contourelementen
3 Benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant