Operation Manual
196 Teach-in-modus
4.4 Verspaningscycli
Verspanen, ICP-parallel aan contour overdwars
Versp.cycli overl./overdwars selecteren
ICP-par.a.contour overdwars selecteren
Met de cyclus wordt het gedefinieerde gedeelte parallel aan de
contour voorbewerkt.
Met de cyclus wordt parallel aan de contour
voorbewerkt, afhankelijk van overmaat onbew. werkstuk
J en type snijlijnen H:
J=0: het gedeelte dat wordt beschreven met "X, Z" en
de ICP-contour, waarbij rekening wordt gehouden
met de overmaten.
J\>0: het gedeelte dat wordt beschreven door de
ICP-contour (met overmaten) en de overmaat onbew.
werkstuk J.
Het gereedschap steekt met de maximaal mogelijke
hoek in, het restmateriaal blijft staan.
Let op: Botsingsgevaar!
Overmaat onbew. werkstuk J\>0: gebruik als
aanzetdiepte P de kleinere aanzet, als op basis van de
snijkantgeometrie de maximale aanzet in langs- en
dwarsrichting verschillend is.
Cyclusparameters
X, Z Startpunt
FK ICP-bewerkt werkstuk: naam van de te bewerken contour
P Aanzetdiepte – wordt afhankelijk van "J" verwerkt
J=0: P is de maximale aanzetdiepte. De cyclus
reduceert de aanzetdiepte, als de geprogrammeerde
voeding op basis van de snijkantgeometrie in dwars- of
langsrichting niet mogelijk is.
J\>0: P is de aanzetdiepte. Deze aanzet wordt in langs-
en dwarsrichting toegepast.
H Type snijlijnen – de cyclus verspaant
0: met constante spaandiepte
1: met equidistante snijlijnen
I, K Overmaat X, Z
J Overmaat onbew. werkstuk – de cyclus verspaant
J=0: vanaf de gereedschapspositie
J\>0: het door de overmaat van het onbewerkte
werkstuk beschreven bereik
HR Hoofdbewerkingsrichting vastleggen
SX, SZ Snijbegrenzingen (zie pagina 142)