Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 640 231
4.5 Steekcycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase:
contoursteken
Met de volgende optionele parameters definieert u:
A:afkanting aan het begin van de contour
W:afkanting aan het einde van de contour
R:afronding (in beide hoeken van de bodem van de contour)
B1:afkanting/afronding aan het begin van de contour
B2:afkanting/afronding aan het einde van de contour
Uitvoeren van cyclus
1 Berekent de insteekposities
2 Zet vanaf het startpunt resp. vanaf de insteek asparallel aan voor
de volgende insteek
3 Bewerkt de eerste flank na (rekening houdend met optionele
contourelementen) en de bodem van de contour tot vlak voor
"eindpunt van insteek"
4 Zet asparallel aan voor de tweede flank
5 Bewerkt de tweede flank (rekening houdend met optionele
contourelementen) en de rest van de bodem van de contour na
6 Herhaalt 2...5 totdat alle insteken zijn nabewerkt
7 Keert asparallel terug naar het startpunt
8 Benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant