Operation Manual

294 Teach-in-modus
4.6 Schroefdraad- en draaduitloopcycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase: nabewerken
De door u opgegeven parameters worden onvoorwaardelijk
aangehouden, ook als in de standaardtabel andere waarden zijn
vermeld. Als u "I, K, W en R" niet opgeeft, bepaalt de CNC PILOT deze
parameters aan de hand van "FP" uit de standaardtabel (zie "DIN 76 –
draaduitloopparameters" op pagina 617).
Uitvoeren van cyclus
1 Zet vanaf het startpunt aan
naar positie startpunt cilinder X1, of
voor de draadaansnijding
2 Maakt de draadaansnijding, indien ingesteld
3 Bewerkt de cilinder na tot het begin van de draaduitloop
4 Bewerkt de draaduitloop voor, indien ingesteld
5 Maakt de draaduitloop
6 Bewerkt na tot eindpunt eindvlak X2
7 Terugloop
zonder terugloop: gereedschap blijft op eindpunt eindvlak
staan
met terugloop: zet vrij en keert diagonaal terug naar het
startpunt
8 Benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
B Cilinderaansnijlengte (default: geen draadaansnijding)
WB Aansnijhoek (default: 45°)
RB Aansnijradius (default: geen invoer = geen element):
positieve waarde = aansnijradius, negatieve waarde =
afkanting
G47 Veiligheidsafstand (zie pagina 142) – wordt alleen bij "met
terugloop" verwerkt
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant