Operation Manual
380 ICP-programmering
5.2 ICP-editor in cyclusbedrijf
Contouren voor cycli bewerken
Aan de ICP-contouren van de cyclusbewerking zijn namen toegekend.
De contournaam is tegelijkertijd de bestandsnaam. De contournaam
wordt in de oproepende cyclus gebruikt.
U hebt de volgende mogelijkheden om de contournaam vast te
leggen:
Contournaam vóór oproep van de ICP-editor in de cyclusdialoog
vastleggen (invoerveld FK). ICP neemt deze naam over.
Contournaam in de ICP-editor vastleggen. Hiervoor moet het
invoerveld FK leeg zijn als u de ICP-editor oproept.
Bestaande contour overnemen. Als u de ICP-editor verlaat, wordt de
naam van de laatst bewerkte contour in het invoerveld FK
overgenomen.
Nieuwe contour maken
De naam van de contour in de cyclusdialoog
vastleggen en softkey ICP edit indrukken. De ICP-
editor schakelt over op de invoer van de contour.
Softkey ICP edit indrukken. De ICP-editor opent het
venster "Selectie ICP-contouren".
De naam van de contour in het veld "Bestandsnaam"
invoeren en softkey Openen indrukken. De ICP-editor
schakelt over op de invoer van de contour.
Menutoets Contour indrukken.
Softkey Element toevoegen indrukken.
ICP verwacht de nieuwe invoer van een contour.