Operation Manual
HEIDENHAIN CNC PILOT 640 393
5.4 ICP-contouren maken
Contourgedeelte rond dupliceren
Met deze functie legt u een contourgedeelte vast en koppelt u dat
cirkelvormig aan de bestaande contour.
"Dupliceren \> Reeks rond" in het menu Bew. werkstuk selecteren
Met de softkey Volgend element of Vorig element
contourelementen selecteren
Softkey Selecteren indrukken
Aantal herhalingen en radius invoeren
Softkey Opslaan indrukken
Contourgedeelte door spiegelen dupliceren
Met deze functie legt u een contourgedeelte vast dat kan worden
gespiegeld en aan de bestaande contour kan worden gekoppeld.
"Dupliceren \> Spiegelen" in het menu Bew. werkstuk selecteren
Met de softkey Volgend element of Vorig element
contourelementen selecteren
Hoek van de spiegelas invoeren
Softkey Opslaan indrukken
Inverteren
Met de functie Inverteren kunt u de geprogrammeerde richting van
een contour omkeren.
Parameter
Q Aantal (het contourgedeelte wordt Q-keer gedupliceerd)
R Radius
De besturing brengt een cirkel met de gedefinieerde
radius om het begin- en eindpunt van het contourgedeelte
aan. Uit de snijpunten van de cirkels volgen de beide
mogelijke rotatiepunten.
De rotatiehoek volgt uit de afstand beginpunt - eindpunt
van het contourgedeelte.
Met de softkeys Volgende oplossing of Vorige oplossing
kunt u een van de mathematisch mogelijke oplossingen
selecteren.
Parameter
W Hoek van de spiegelas. De spiegelas loopt door het actuele
eindpunt van de contour.
Referentie hoek: positieve Z-as