Operation Manual

462 ICP-programmering
5.14 Contouren van het XY-vlak
Rond patroon XY-vlak
Referentiegegevens: (zie "Referentiegegevens XY-vlak" op pagina
449)
De referentiemaat ZR en de begrenzingsdiameter IR kunt u met de
functie "Referentievlak kiezen" vaststellen (zie pagina 428).
ICP genereert:
de programmadeel-aanduiding VOORKANT_Y met de parameters
Begrenzingsdiameter, Referentiemaat en Spilhoek. Bij geneste
contouren komt de programmadeel-aanduiding te vervallen.
een G308 met de parameters Contournaam en Freesdiepte resp.
Boordiepte (–1*BT).
een G472 met de parameters van het patroon.
de G-functie en parameters van de figuur/boring.
een G309.
Referentiegegevens XY-vlak
ID Contournaam
PT Freesdiepte
CSpilhoek
IR Begrenzingsdiameter
ZR Referentiemaat
Parameters patroon
X, Y Middelpunt patroon
QP Aantal patroonpunten
DR Rotatierichting (default: 0)
DR=0, zonder EP: opdeling volledige cirkel
DR=0, met EP: opdeling op lange cirkelboog
DR=0, met EPi: van EPi bepaalt de richting (EPi<0:
rechtsom)
DR=1, met EP: rechtsom
DR=1, met EPi: rechtsom (voorteken van EPi heeft
geen betekenis)
DR=2, met EP: linksom
DR=2, met EPi: linksom (voorteken van EPi heeft
geen betekenis)
DP Patroondiameter
AP Starthoek (default: 0°)
EP Eindhoek (geen invoer: er vindt een opdeling van de
patroonelementen over 360° plaats)
EPi Hoek tussen twee figuren
H Elementpositie
0: normaal – figuren worden om het cirkelmiddelpunt
geroteerd (rotatie)
1: oorspronkelijke positie – positie van de figuur
gerelateerd aan het coördinatensysteem blijft gelijk
(translatie)