Operation Manual
480 ICP-programmering
5.15 Contouren van het YZ-vlak
Afzonderlijk vlak YZ-vlak
De functie definieert een vlak in het YZ-vlak.
De omschakeling tussen diepte (Ki) en restdikte (K) gebeurt via
softkey (zie tabel rechts).
De referentiediameter XR kunt u met de functie "Referentievlak
kiezen" vaststellen (zie pagina 428).
ICP genereert:
de programmadeel-aanduiding MANTEL_Y met de parameters
Referentiediameter en Spilhoek. Bij geneste contouren komt de
programmadeel-aanduiding te vervallen.
een G308 met de parameter Contournaam.
een G386 met de parameters van het afzonderlijke vlak.
een G309.
Softkey
Schakelt het veld naar de invoer van
de restdikte K om.
Referentiegegevens van het afzonderlijke vlak
ID Contournaam
C Spilhoek (positiehoek van de loodrechte lijn op het vlak)
XR Referentiediameter
Parameters van het afzonderlijke vlak
Z Referentiekant
Ki Diepte
K Restdikte
B Breedte (referentie: referentiemaat ZR)
B<0: vlak in negatieve Z-richting
B\>0: vlak in positieve Z-richting