Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 640 503
7.1 Gereedschapsdatabase
Multigereedschappen
Een gereedschap met meerdere snijkanten of met meerdere
referentiepunten wordt een multigereedschap genoemd. Hierbij
wordt voor elke snijkant resp. voor elk referentiepunt een record
aangemaakt. Aansluitend worden alle records van het
multigereedschap "gekoppeld" (zie "Multigereedschap bewerken" op
pagina 509).
In de gereedschapslijst wordt in kolom "MU" voor elke record van een
multigereedschap de positie binnen de multigereedschapsgroep
aangegeven. De telling begint bij "0".
Multigereedschappen worden met alle snijkanten resp.
referentiepunten in de revolvertabel aangegeven.
De afbeelding rechts toont een gereedschap met twee
referentiepunten.
Standtijdbeheer gereedschappen
De CNC PILOT onthoudt de gebruiksduur van gereedschap (tijd
gedurende welke het gereedschap met voedingssnelheid wordt
verplaatst) of telt het aantal met het gereedschap geproduceerde
delen. Dat is het uitgangspunt voor het standtijdbeheer van
gereedschappen.
Als de standtijd van een gereedschap is verstreken of het aantal stuks
is bereikt, stelt het systeem de diagnosebit 1 in. Hiermee volgt er vóór
de volgende oproep van het gereedschap een foutmelding en wordt
de programma-uitvoering gestopt wanneer er geen
omwisselgereedschap beschikbaar is.
Het werkstuk dat in bewerking is, kan met NC-start worden
afgemaakt.
Spiraalboren (Pagina 524) Draadfrezen (Pagina 531)
Snijplaatboren (Pagina 524) Hoekfrezen (Pagina 532)
Draadtappen (Pagina 529) Freesstiften (Pagina 533)
Kartelgereedschap (Pagina 533) Meettasters (Pagina 535)
Aanslaggereedschap (Pagina 536) Grijpers (Pagina 537)
Gereedschapstypen Gereedschapstypen