Operation Manual

HEIDENHAIN CNC PILOT 640 521
7.3 Gereedschapsgegevens
Standaard draaigereedschap
Nieuw gereedschap selecteren
Draaigereedschap selecteren
Bij gereedschap met ronde snijplaat: naar dialoog
voor halfronde snijbeitels omschakelen
De gereedschapsoriëntaties TO=1, 3, 5 en 7 maken de invoer van een
instelhoek EW mogelijk. De gereedschapsoriëntaties TO=2, 4, 6, 8
gelden voor neutrale gereedschappen. Met "neutraal" worden
gereedschappen aangeduid die exact op de punt staan. Een van deze
instelmaten heeft bij neutrale gereedschappen betrekking op het
middelpunt van de snijkantradius.
Speciale parameters voor voor- en nabewerkingsgereedschap
CO Snijkanten gebruik positie: de hoofdbewerkingsrichting van
het gereedschap beïnvloedt de oriëntatie van de instelhoek EW
en de punthoek SW (noodzakelijk voor AAG met TURN PLUS).
1: bij voorkeur overlangs
2: bij voorkeur overdwars
3: alleen overlangs
4: alleen overdwars
RS Snijkantradius
EW Instelhoek (bereik: 0° <= EW <= 180°)
SW Punthoek (bereik: 0° <= SW <= 180°)
SUT Gereedschapstype (noodzakelijk voor AAG in TURN PLUS)
Overige gereedschapsparameters: zie Pagina 518
Speciale parameters voor halfronde snijbeitels
RS Snijkantradius
EW Instelhoek (bereik: 0° <= EW <= 180°)
DS Speciale correctie (positie van de speciale correctie: zie
afbeelding)
Overige gereedschapsparameters: zie Pagina 518
Met slijtagecorrectie DX, DZ wordt de slijtage van de
aan het referentiepunt grenzende snijkanten
gecompenseerd. De speciale correctie DS
compenseert de slijtage van de derde snijkantzijde.