Operation Manual
74 Werkstand Machine
3.1 De werkstand Machine
3.1 De werkstand Machine
De werkstand "Machine" omvat functies voor het instellen, het
bewerken van werkstukken en voor het maken van Teach-in-
programma's.
Machine instellen: voorbereidingen zoals aswaarden instellen
(werkstuknulpunt definiëren), gereedschap opmeten of
veiligheidszone instellen
Handbediening: handmatig of halfautomatisch een werkstuk
vervaardigen
Inleermodus: een nieuw cyclusprogramma "inleren", een bestaand
programma wijzigen, cycli grafisch testen
Programma-verloop: bestaande cyclus- of smart.Turn-
programma's grafisch testen en gebruiken bij de productie van
werkstukken
Een Teach-in-cyclus is een voorgeprogrammeerde bewerking. Hierbij
kan het gaan om zowel een aparte snijgang als een ingewikkelde
bewerking zoals draadsnijden zijn. Het gaat echter altijd om een
volledig uitvoerbare bewerking. Bij een cyclus definieert u de
bewerking met slechts enkele parameters.
Bij "Handbediening" worden cycli niet opgeslagen. In de werkstand
Inleren (Teach-in) wordt elke bewerking met behulp van cycli
uitgevoerd, in een Teach-in-programma opgenomen en opgeslagen.
Het -programma is dan in "Programma-verloop" beschikbaar voor de
productie van werkstukken.
Bij de ICP-programmering legt u met lineaire/cirkelvormige
contourelementen en met overlappende elementen (afkantingen,
afrondingen, draaduitlopen) willekeurige contouren vast. De
contourbeschrijving kunt u in ICP-cycli opnemen (zie "ICP-contouren"
op pagina 376).
smart.Turn- en DIN-programma;'s maakt u in de werkstand
"smart.Turn". U hebt daarbij de beschikking over functies voor
eenvoudige verplaatsingen, DIN-cycli voor ingewikkelde
verspaningen, schakelfuncties, rekenkundige bewerkingen en de
programmering van variabelen.
U maakt "zelfstandige" programma's, waarin alle noodzakelijke
schakel- en verplaatsingsfuncties zijn opgenomen en die in de
werkstand Programma-verloop worden uitgevoerd, of u maakt DIN-
subprogramma's die in Teach-in-cycli worden opgenomen. Welke
functies u in een DIN-subprogramma gebruikt, is afhankelijk van uw
taakstelling. Ook bij DIN-subprogramma's kunt u gebruikmaken van
alle functies.
Teach-in-programma's kunt u naar smart.Turn-programma's
converteren. U benut dan bijvoorbeeld de voordelen van de
eenvoudige Teach-in-programmering, om vervolgens na de "DIN-
conversie" het NC-programma te optimaliseren of aan te vullen.