Operation Manual
128 4 Cyclusprogrammering
4.4 Verspaningscycli
2. stap:
Het “restmateriaal” (gemarkeerd gedeelte in de
afbeelding linksboven) wordt met de cyclus “Insteken
overlangs - uitgebreid” voorbewerkt. Voordat met
deze stap wordt begonnen, moet het gereedschap
worden gewisseld.
De “uitgebreide werkstand” wordt gebruikt om de
afrondingen in de bodem van de contour te maken.
De parameters “beginpunt contour X1, Z1” en
“eindpunt contour X2, Z2” zijn bepalend voor de
verspanings- en aanzetrichting - hier bewerking aan
buitenzijde en aanzet “in richting –X”.
De parameter “beginpunt contour Z1” is bij de
simulatie van de 1e stap bepaald.
Gereedschapsgegevens
Draaigereedschap (voor bewerking aan de
buitenzijde)
WO = 3 – gereedschapsoriëntatie
A = 93° – instelhoek
B = 55° – gereedschapspunthoek