Operation Manual
138 4 Cyclusprogrammering
4.5 Steekcycli
Met de volgende optionele parameters definieert u:
A: afkanting aan het begin van de contour
W: afkanting aan het einde van de contour
R: afronding (in beide hoeken van de bodem van de contour)
B1: afkanting/afronding aan het begin van de contour
B2: afkanting/afronding aan het einde van de contour
Uitvoeren van cyclus
1 berekent de insteekposities
2 zet vanaf het startpunt resp. vanaf de insteek asparallel aan voor
de volgende insteek
3 bewerkt de eerste zijkant (rekening houdend met optionele
contourelementen) en de bodem van de contour na tot vlak voor
“eindpunt van insteek”
4 zet asparallel aan voor de tweede zijkant
5 bewerkt de tweede zijkant (rekening houdend met optionele
contourelementen) en de rest van de bodem van de contour na
6 herhaalt 2...5, totdat alle insteken zijn nabewerkt
7 keert asparallel terug naar het startpunt