Operation Manual
HEIDENHAIN MANUALplus 4110 143
4.5 Steekcycli
Steekdraaien
De steekdraaicycli verspanen door afwisselende insteek- en
voorbewerkingsbewegingen. Hierdoor vindt de verspaning met zo
weinig mogelijk vrijzet- en aanzetbewegingen plaats.
Met onderstaande parameters kunt u de eigenschappen van de
steekdraaibewerking beïnvloeden:
Insteekaanzet O: aanzet voor de insteekbewegin g
Draaibewerking in één/twee richtingen U: u kunt de draaibewerking
in één of twee richtingen uitvoeren. Bij radiale steekdraaicycli vindt
de bewerking in één richting plaats, in de richting van de hoofdspil -
bij axiale ICP-steekdraaicycli komt de bewerkingsrichting overeen
met de richting van de contourdefinitie.
Verspringingsbreedte B: vanaf de tweede aanzetbeweging wordt
bij de overgang van de draai- naar de steekbewerking het te
verspanen gedeelte gereduceerd met “verspringingsbreedte B”. Bij
iedere volgende overgang van draai- naar steekbewerking aan deze
flank vindt aanvullend op de verspringing tot dan toe een reductie
met “B” plaats. De som van de “verspringing” wordt tot 80% van
de effectieve snijkantbreedte begrensd (effectieve snijkantbreedte
= snijkantbreedte 2*snijkantradius). De MANUALplus reduceert
eventueel de geprogrammeerde verspringingsbreedte. Het
overblijvende restmateriaal wordt aan het einde van het voorsteken
met een steekslag verspaand.
Draaidieptecorrectie RB: afhankelijk van het materiaal, de
aanzetsnelheid, etc. “kantelt” de snijkant bij de draaibewerkin g.
Deze aanzetfout wordt bij het nabewerken met
“draaidieptecorrectie RB” gecorrigeerd. De draaidieptecorrectie
wordt meestal empirisch bepaald.
Voor de cycli is steekdraaigereedschap vereist.