Operation Manual
154 4 Cyclusprogrammering
4.5 Steekcycli
ICP-steekdraaien radiaal/axiaal nabewerken
Kies “Steekcycli”
Kies “Steekdraaien”
“Steekdraaien radiaal ICP” (afbeeldingen
rechtsboven en midden)
Kies “Steekdraaien axiaal ICP” (afbeelding
rechtsonder)
Nabewerken inschakelen
De cyclus bewerkt het contourgedeelte na dat in de ICP-contour is
beschreven (zie ook “Steekdraaien” op bladzijde 143). Het
gereedschap keert aan het einde van de cyclus terug naar het
startpunt.
Cyclusparameters
8 X, Z startpunt
8 RB draaidieptecorrectie
8 I, K overmaat onbewerkt werkstuk X, Z
8 N ICP-contournummer
8 T gereedschapsnummer
8 S toerental/snijsnelheid
8 F aanzet per omwenteling
Met de “overmaten onbewerkt werkstuk I, K” definieert u
het materiaal dat bij de nabewerkingscyclus wordt
verspaand. Daarom moeten bij het steekdraaien/
nabewerken absoluut de overmaten worden opgegeven.