Operation Manual
182 4 Cyclusprogrammering
4.6 Schroef- en draaduitloopcycli
Draaduitloop DIN 509 E
Kies “Draadsnijden”
Kies “Draaduitloop DIN 509 E”
Softkey met terugloop:
Uit: Het gereedschap blijft aan het einde van de
cyclus staan (zie afbeeldingen rechts)
Aan: Het gereedschap keert terug naar het startpunt
(afbeeldingen op volgende bladzijde)
De cyclus maakt de draaduitloop DIN 509 vorm E, een
cilinderaansnijding, de voorafgaande cilinder en het aansluitende
eindvlak. Voor het cilindergedeelte kunt u een
"nabewerkingsovermaat" definiëren. De cilinderaansnijding wordt
uitgevoerd als u “B” of “RB” opgeeft.
Cyclusparameters
8 X, Z startpunt
8 X1, Z1 startpunt cilinder
8 X2, Z2 eindpunt eindvlak
8 E gereduceerde aanzet voor het insteken en voor de
draadaansnijding - default: F aanzet
8 T gereedschapsnummer
8 S toerental/snijsnelheid
8 F aanzet per omwenteling
8 I draaduitloopdiepte – default: standaardtabel
8 K draaduitlooplengte – default: standaardtabel
8 W draaduitloophoek – default: standaardtabel
8 R draaduitloopradius (aan beide zijden van de draaduitloop) -
default: standaardtabel
8 B cilinderaansnijlengte – default: geen draadaansnijding
8 WB aansnijhoek – default: 45 °
8 RB aansnijradius– default: geen aansnijradius
8 U nabewerkingsovermaat voor het cilindergedeelte – default: 0
De door u opgegeven parameters worden onvoorwaardelijk
aangehouden, zelfs als in de standaardtabel andere waarden zijn
vermeld Als u “I, K, W en R” niet opgeeft, worden deze waarden
bepaald aan de hand van de cilinderdiameter die in de standaardtabel
is vermeld (zie“DIN 509 E, DIN 509 F – draaduitloopparameters” op
bladzijde 531).