Operation Manual
192 4 Cyclusprogrammering
4.7 Boorcycli
Uitvoeren van cyclus
1 positioneert op “spilhoek C” (handbediening: bewerking vanaf de
actuele spilhoek)
2 indien ingesteld: beweegt in ijlgang naar
“Z1” (axiaal)
“X1” (radiaal)
3 boort met gereduceerde aanzet aan, indien ingesteld
4 afhankelijk van “V”:
boort met de geprogrammeerde aanzet tot
"eindpunt Z2" (axiaal)
"eindpunt X2 (radiaal)
blijft gedurende tijd “E” op het eindpunt van de boring, indien
gedefinieerd
of
boort met de geprogrammeerde aanzet tot positie
„Z2 – AB“ (axiaal)
„X2 – AB“ (radiaal)
boort met de gereduceerde aanzet tot
"eindpunt Z2" (axiaal)
"eindpunt X2 (radiaal)
5 loopt terug, wanneer X1/Z1 is geprogrammeerd, naar
"startpunt boring Z1" (axiaal)
"startpunt boring X1" (radiaal)
of wanneer X1/Z1 niet is geprogrammeerd, naar
“startpunt Z” (axiaal)
“startpunt X” (radiaal)
Als “AB” en “V” zijn geprogrammeerd, vindt er een
aanzetreductie met 50% voor het aan- of doorboren
plaats.
Aan de hand van de gereedschapsparameter
"aangedreven gereedschap" bepaalt de MANUALplus of
het geprogrammeerde toerental en de aanzet op de
hoofdspil of op het aangedreven gereedschap van
toepassing zijn.