Operation Manual
HEIDENHAIN MANUALplus 4110 195
4.7 Boorcycli
Schroefdraad tappen axiaal/radiaal
Kies “Boren”
Kies “Draadtappen axiaal”
Kies “Draadtappen radiaal”
Met deze cyclus wordt schroefdraad in het eindvlak/mantelvlak
gesneden.
Betekenis van “uittreklengte L”: gebruik deze parameter bij
spantangen met lengtecompensatie. De cyclus berekent op basis van
de draaddiepte, de geprogrammeerde spoed en de “uittreklengte”
een nieuwe nominale spoed. De nominale spoed is iets kleiner dan de
spoed van de draadtap. Bij het snijden van de schroefdraad wordt de
draadtap over een lengte gelijk aan de “uittreklengte” uit de
klauwplaat getrokken. Deze methode resulteert in een langere
standtijd voor het tappen van schroefdraad.
Cyclusparameters
8 X, Z startpunt
8 C spilhoek (C-aspositie) – default: actuele spilhoek
8 F1 spoed (= aanzet) – default: aanzet uit de
gereedschapsbeschrijving
8 B aanlooplengte (default: 2 * spoed F1) om het geprogrammeerde
toerental en de aanzet te realiseren
8 SR teruglooptoerental (default: hetzelfde toerental als bij
draadtappen) om de draadtap snel terug te trekken
8 L uittreklengte (default: 0) bij toepassing van spantangen met
lengtecompensatie
8 T gereedschapsnummer
8 S toerental/snijsnelheid
Boren axiaal
8 Z1 startpunt boring – default: boring vanaf “Z”
8 Z2 eindpunt boring
Boren radiaal
8 X1 startpunt boring – default: boring vanaf “X”
8 X2 eindpunt boring