Operation Manual

22 1 Inleiding en basisprincipes
1.3 Opbouw van de MANUALplus
1.3 Opbouw van de MANUALplus
De communicatie tussen de machine-operator en de besturing vindt
plaats via:
Beeldscherm
Softkeys
Toetsenbord voor gegevensinvoer
Machinebedieningspaneel
De weergave en controle van de ingevoerde gegevens vindt plaats op
het beeldscherm. Met de softkeys die onder het beeldscherm zijn
aangebracht, kunt u functies selecteren, positiewaarden overnemen,
invoergegevens bevestigen etc. etc.
Met de Info-toets die zich eveneens onder het beeldscherm bevindt,
kunt u fout- en PLC-informatie opvragen en de PLC-diagnose
activeren.
Het toetsenbord voor gegevensinvoer (bedieningspaneel) is
bedoeld voor de invoer van machinegegevens, positiegegevens, etc.
De MANUALplus heeft geen alfanumeriek toetsenbord nodig.
Wanneer u gereedschapsbenamingen, programmabeschrijvingen of
commentaar in DIN-programma’s invoert, verschijnt op het
beeldscherm een alfanumeriek toetsenbord.
Het machinebedieningspaneel omvat alle voor handbediening van
de draaibank noodzakelijke bedieningselementen.
De eigenlijke “besturing” blijft verborgen voor de operator. U dient
zich echter te realiseren dat ingevoerde cyclusprogramma’s, ICP-
contouren en DIN-programma’s op de ingebouwde harde schijf
worden opgeslagen. Het voordeel hiervan is, dat een zeer groot aantal
programma’s kan worden opgeslagen.
Voor de uitwisseling en beveiliging van gegevens heeft u de
beschikking over de seriële data-interface (RS232) of de Ethernet-
interface.
Opbouw van de draaibank
De machinefabrikant configureert de MANUALplus voor “Draaien
vóór hartlijn” of “Draaien na hartlijn” of als “carrouseldraaibank” –
volgens de positie van de gereedschapshouder op de draaibank resp.
de opbouw van de draaibank. De menusymbolen, de ondersteunende
grafieken en de grafische weergave bij ICP en bij de simulatie houden
rekening met de configuratie van de draaibank.
De weergaves in dit bedieningshandboek zijn gebaseerd op een
draaibank met gereedschapshouder vóór de hartlijn.