Operation Manual
236 4 Cyclusprogrammering
4.9 Boor- en freespatroon
Voorbeelden van bewerking van patronen
Lineair boorpatroon op eindvlak
Op het eindvlak wordt met de “boorcyclus axiaal” een
lineair boorpatroon gemaakt. Voorwaarden voor deze
bewerking zijn een positioneerbare spil en
aangedreven gereedschap.
De coördinaten van zowel de eerste als de laatste
boring en het aantal boringen worden aangegeven
(afbeelding rechtsboven). Bij de boring wordt alleen
de diepte opgegeven (zie afbeelding rechtsonder).
Gereedschapsgegevens
WO = 8 – gereedschapsoriëntatie
I = 5 - boordiameter
B = 90 - boorpunthoek
H = 1 - het gereedschap wordt aangedreven