Operation Manual

256 5 ICP-programmering
5.4 ICP-programmering van wijzigingen
Contour verschuiven
Als de contour niet op de gewenste positie ligt, kan
deze worden verschoven. Selecteer hiervoor een
geschikt contourelement (referentie-element). Bij het
verschuiven geeft u vervolgens de nieuwe positie van
het startpunt van het referentie-element op. Bij het
afsluiten van de functie, wordt de gehele contour
verschoven.
Element wijzigen kiezen – een
contourelement wordt (in kleur) als
“geselecteerd” aangegeven.
het referentie-element selecteren
Contour verschuiven kiezen
Nieuw “startpunt” van het referentie-element
invoeren.
Nieuw “startpunt” (= nieuwe positie)
overnemen – MANUALplus geeft de
“verschoven contour” weer.
Contour op de nieuwe positie
overnemen
Contour verschuiven