Operation Manual
26 1 Inleiding en basisprincipes
1.4 Asaanduidingen en coördinatenstelsel
Absolute coördinaten
Wanneer de coördinaten van een positie betrekking hebben op het
werkstuknulpunt, worden ze absolute coördinaten genoemd. Elke
positie van een werkstuk kan door absolute coördinaten eenduidig
worden vastgelegd (afbeelding rechtsboven).
Incrementele coördinaten
Incrementele coördinaten hebben betrekking op de laatst
geprogrammeerde positie. Met incrementele coördinaten wordt de
maat tussen de laatste en de daaropvolgende positie aangegeven.
Elke positie van een werkstuk wordt duidelijk door incrementele
coördinaten vastgelegd (afbeelding midden rechts).
Poolcoördinaten
Positie-aanduidingen op het eind- of mantelvlak kunt u met behulp van
cartesiaanse coördinaten of poolcoördinaten invoeren.
Bij een dimensionering met behulp van poolcoördinaten is een positie
op het werkstuk duidelijk vastgelegd door diameter en hoek
(afbeelding rechtsonder).