Operation Manual

28 1 Inleiding en basisprincipes
1.6 Gereedschapsmaten
1.6 Gereedschapsmaten
Voor de aspositionering, de berekening van de
snijkantradiuscompensatie en de berekening van de snede-opdeling
bij cycli etc. heeft de MANUALplus gereedschapsgegevens nodig.
Gereedschapslengte
Alle geprogrammeerde en aangegeven positiewaarden hebben
betrekking op de afstand tussen gereedschapspunt en
werkstuknulpunt. Het systeem zelf kent echter uitsluitend de absolute
positie van de gereedschapshouder (slede). Om de positie van de
gereedschapspunt te kunnen bepalen en weergeven, moet de
MANUALplus kunnen beschikken over de maten XWz en ZWz
(afbeelding rechtsboven).
Gereedschapscorrecties
De gereedschapssnijkant van het gereedschap slijt tijdens de
verspaning. Om deze slijtage te compenseren, maakt de
MANUALplus gebruik van correctiematen. De correctiewaarden
worden onafhankelijk van de lengtematen beheerd. In het systeem
worden deze waarden bij de lengtematen opgeteld.
Snijkantradiuscompensatie (SRC)
Draaigereedschap is afgerond aan de gereedschapspunt. Hierdoor
ontstaan onnauwkeurigheden bij de bewerking van kegels,
afkantingen en radiussen die de MANUALplus met behulp van de
snijkantradiuscompensatie compenseert.
Geprogrammeerde banen hebben betrekking op de theoretische
gereedschapspunt S (afbeelding midden rechts). Bij niet-asparallele
contouren ontstaan hierdoor onnauwkeurigheden.
De SRC berekent een nieuwe verplaatsing, de equidistante, om deze
fout te compenseren (afbeelding rechtsonder).
De MANUALplus berekent de SRC bij de cyclusprogrammering. Bij de
DIN-programmering wordt er bij verspaningscycli eveneens rekening
gehouden met de SRC. Bij de DIN-programmering met afzonderlijke
banen kunt u bovendien de SRC in- of uitschakelen.