Operation Manual

346 6 DIN-programmering
6.16 Draaduitloopcycli
Draaduitloopcyclus G85
Met G85 worden draaduitlopen volgens DIN 509 E, DIN 509 F en DIN
76 gemaakt. De voorafgaande cilinder wordt bewerkt, wanneer het
gereedschap op de cilinderdiameter “vóór” de cilinder wordt
gepositioneerd. Als het gereedschap niet op de cilinderdiameter staat,
nadert het diagonaal, om de draaduitloop te maken.
Parameters
8 X eindpunt (diametermaat)
8 Z eindpunt
8 I nabewerkingsovermaat/diepte
 DIN 509 E, F: nabewerkingsovermaat (default: 0)
 DIN 76: draaduitloopdiepte
8 K draaduitlooplengte (en type draaduitloop)
 Geen invoer: draaduitloop DIN 509 E
 K=0: draaduitloop DIN 509 F
 K>0: draaduitlooplengte bij DIN 76
8 E gereduceerde aanzet: om de draaduitloop te maken (default:
actieve aanzet)
De draaduitloopparameters worden aan de hand van de
cilinderdiameter bepaald (zie tabellen).
Voorbeeld: G85
%85.nc
[G85]
N1 T21 G95 F0.23 G96 S248 M3
N2 G0 X62 Z2
N3 G85 X60 Z-30 I0.3
N4 G1 X80
N5 G85 X80 Z-40 K0
N6 G1 X100
N7 G85 X100 Z-60 I1.2 K6 E0.11
N8 G1 X110
EINDE
 De draaduitloop wordt alleen in haakse, asparallelle
contourhoeken op de langsas uitgevoerd.
 Snijkantradiuscorrectie: wordt niet uitgevoerd - U kunt
de SRC met G41/G42 programmeren en met G40 weer
uitschakelen.
 Overmaten: hiermee wordt geen rekening gehouden.