Operation Manual
36 2 Bedieningsinstructies
2.3 Foutmeldingen
2.3 Foutmeldingen
De vorm en het verloop in geval van foutmeldingen
zijn op de bedieningssituatie afgestemd.
Directe foutmeldingen
De MANUALplus maakt gebruik van directe
foutmeldingen resp. waarschuwingen, wanneer
directe foutcorrectie mogelijk is (voorbeeld: de
ingevoerde waarde van de cyclusparameter ligt buiten
het geldige bereik). U bevestigt deze melding met
“Enter” en verhelpt de fout (afbeelding rechtsboven).
Informatie in de directe foutmelding:
In de foutbeschrijving wordt de opgetreden fout
verklaard.
Het foutnummer moet worden vermeld, als u
contact opneemt met de leverancier.
De tijd geeft aan wanneer deze fout zich heeft
voorgedaan.
Foutweergave
Indien er tijdens het opstarten van het systeem,
tijdens bedrijf of tijdens de programma-afloop fouten
optreden of meldingen verschijnen, worden deze
opgeslagen en met het foutsymbool (links in de
kopregel) aangegeven. Open het foutvenster met de
Info-toets, om de meldingen te bekijken.
Als er meer foutmeldingen hebben plaatsgevonden
dan in het foutvenster kunnen worden weergegeven,
dan kunt u met de cursortoetsen “PgUp/ PgDn” door
de foutmeldingen bladeren.
Betekenis van de symbolen
Waarschuwing: De programma-uitvoering/
bediening wordt voortgezet. De MANUALplus maakt
u attent op het “probleem”.
Fout: De programma-uitvoering/bediening wordt
gestopt. U moet de fout corrigeren, anders kunt u
niet doorwerken.