Operation Manual

HEIDENHAIN MANUALplus 4110 373
6.21 Bewerking van mantelvlak
Startpunt contour/ijlgang G110
Geometriefunctie: Met G110 wordt het beginpunt van een
mantelvlakcontour vastgelegd.
Bewerkingsfunctie: Het gereedschap verplaatst zich met ijlgang via
de kortst mogelijke weg naar het “eindpunt”.
Parameters
8 Z eindpunt
8 C eindhoek
8 CY eindpunt als baanmaat (referentie: referentiediameter G120)
8 X eindpunt (diametermaat) – (default: actuele X-positie)
Voorbeeld: G110
%110.nc
[G110, G111, G113, G794]
N1 T71 G197 S1200 G195 F0.2 M104
N2 M14
N3 G120 X100
N4 G110 C0
N5 G0 X110 Z5
N6 G794 X100 XE97 P2 U0.5 R0 K0.5 F0.15 H0
Q0
N7 G110 Z-20 CY0
N8 G111 Z-40
N9 G113 CY39.2699 K-40 J19.635
N10 G111 Z-20
N11 G113 CY0 K-20 J19.635 B0
N12 G80
N13 M15
EINDE
Leg het “beginpunt contour” of het eindpunt vast met
“C” of “CY” .
Wij adviseren u gebruik te maken van G110 voor het
positioneren van de C-as op een bepaalde hoek
(programmering: N.. G110 C...).
Alleen bij G110 als bewerkingsfunctie toegestaan:
parameter X