Operation Manual

396 6 DIN-programmering
6.25 Gegevensinvoer, gegevensuitvoer
PRINT
“Functie programmavariabelen”
kiezen
“PRINT” kiezen (afbeelding
rechtsboven)
“Uitvoerteksten” en
“variabelennummers” vastleggen (afbeelding
rechts)
Wanneer dit commando wordt uitgevoerd, worden de
gedefinieerde “uitvoertekst” en de waarde (inhoud)
van de opgegeven “programmavariabele voor
uitvoer” in het “uitvoervenster” vermeld.
Het PRINT-commando is bedoeld voor de definitie van
meerdere teksten en variabelen.
PRINT (informatie uitvoeren)
Het “uitvoervenster” wordt na de
vertaling (interpretatie) – maar vóór de
uitvoering van het DIN-programma
gewist.
Het “uitvoervenster” blijft bij de
simulatie behouden. Het wordt pas
gewist als de simulatie opnieuw wordt
opgestart.