Operation Manual

398 6 DIN-programmering
6.26 Programmering van variabelen
#-variabelen
De MANUALplus onderscheidt de volgende toepassingsgebieden
op basis van de nummergroepen:
#0 .. #45: globale variabelen
Globale variabelen blijven na het programma-einde bestaan en
kunnen door het volgende NC-programma worden verwerkt.
#46 .. #50 gereserveerde variabelen voor expertprogramma’s
mogen niet in uw NC-programma worden gebruikt.
#256 .. #285 lokale variabelen
gelden binnen een subprogramma.
Parameterwaarden lezen
Syntaxis#1 = PARA(x,y,z)
Informatie in variabelen
U kunt de volgende gereedschaps- en NC-informatie uit variabelen
uitlezen (zie tabellen rechts en op de volgende pagina).
Voorbeeld: “#-variabele”
. . .
N.. #1=PARA(1,7,2) [leest “machinemaat 1 Z”
in variabele #1 ]
N.. . . .
N.. #1=#1+1
N.. G1 X#1
N.. G1 X(SQRT(3*(SIN(30)))
N.. #1=(ABS(#2+0.5))
. . .
#-variabele NC-informatie
#768, #770 laatst geprogrammeerde positie X
(radiusmaat), Z
#771 laatst geprogrammeerde positie C [°]
#774 Status SRK/FRK
40: G40 actief; 41: G41 actief; 42: G42
actief
#776 actieve slijtagecorrecties (G148)
0: DX, DZ; 1: DS, DZ; 2: DX, DS
#778 Maateenheid: 0=metrisch; 1=inch
#785, #786 afstand gereedschapspunt –
sledereferentiepunt Z, X
#787 referentiediameter mantelbewerking
(G120)
#791..#792 G57-overmaten X, Z
#793 G58-overmaat P
#794..#795 snijkantbreedte in X, Z waarmee het
gereedschapsreferentiepunt bij G150/
G151 wordt verschoven
#796 spilnummer waarvoor als laatste de
aanzet is geprogrammeerd
#797 spilnummer waarvoor als laatste het
toerental is geprogrammeerd
x = parametergroep
1: machineparameters
2: besturingsparameters
3: instelparameters
4: bewerkingsparameters
5: PLC-parameters
y = parameternummer
z = subparameternummer
Positie- en meetgegevens zijn altijd metrisch – ook
wanneer een NC-programma “in inch” wordt uitgevoerd.