Operation Manual
404 6 DIN-programmering
6.28 Variabele als adresparameter
6.28 Variabele als adresparameter
Kies invoerparameters (afbeelding rechtsboven)
Variabele kiezen
>#-programmavariabele kiezen
“Programmavariabele” kiezen
“Variabelennummer” invoeren
Variabelennummer overnemen
indien gewenst: rekenformule invoeren
Rekenkundige functie
of
rekenkundige bewerking kiezen
(afbeelding rechtsonder)
Variabele/variabelenberekening als
adresparameter overnemen
Variabele als adresparameter
In het invoerveld verschijnt een “V”. In
het DIN-programma wordt echter de
volledige aanduiding van de variabele
resp. de rekenformule overgenomen
(afbeeldingen rechts).
Een rekenformule moet tussen haakjes
staan
(Voorbeeld: G1 X(3*SIN(#30)) Z#31).