Operation Manual
430 8 Werkstand Besturen
8.1 Werkstand Besturen
8.1 Werkstand Besturen
In deze werkstand zijn de functies voor communicatie met andere
systemen, beveiliging van gegevens, instelling van parameters en
diagnose ondergebracht.
U heeft de volgende functies tot uw beschikking:
Parameterinstellingen
Met behulp van parameters kunt u de MANUALplus op uw
specifieke situatie afstemmen. In het bedieningselement
“Parameters” kunt u de parameters bekijken/wijzigen.
Transfer
In- en uitvoer van programma’s, parameters en
gereedschapsgegevens. De transfer (overdracht) wordt voor de
uitwisseling van gegevens met andere systemen of voor de
gegevensbeveiliging toegepast.
Systeemservice
Bepaalde parameterinstellingen en functies mogen uitsluitend door
daartoe gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. In dit
bedieningselement vinden het aanmelden van gebruikers en het
gebruikersbeheer plaats.
Bovendien wordt bij “Systeemservice” de tijd/datum ingesteld en
de beeldschermtaal gekozen.
Diagnose
Bij “Diagnose” heeft u de beschikking over diagnosefuncties voor
controle van het systeem en als hulpmiddel bij het opsporen van
storingen.
Gebruik van menu’s
Voor elk menu-item in de werkstand Besturen staat een cijfer. Bij de
keuze van deze numerieke toets wordt de functie geactiveerd. Er
wordt een uitlees-/invoervenster geopend of de volgende menustap
wordt opgeroepen.
Bedieningsinstructies
De gegevensinvoer vindt plaats op de voor de MANUALplus
gebruikelijke wijze (zie “Gegevensinvoer” op bladzijde 34). De
gegevens worden overgenomen wanneer u OK kiest of de cursor op
het "OK-veld" plaatst en op “Enter” drukt. Als u het invoervenster met
Annuleren verlaat, worden eventueel ingevoerde of gewijzigde
gegevens niet overgenomen.
Wisselen van functie
Met de “menutoets” gaat u terug naar het hoofdscherm en kunt u een
andere functie van de werkstand Besturen oproepen.
Diverse service- en diagnosefuncties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door het inbedrijfstellings- en
servicepersoneel.