Operation Manual

436 8 Werkstand Besturen
8.2 Parameters
Uitlezing instelling [MP 17] Uitlezing vindt plaats in de velden “Uitlezing actuele waarden”
(machinevenster).
Uitlezing actuele waarden – codecijfers van de
uitlezingsmethodes:
0: Actuele waarde
1: Volgfout
2: Restweg
3: Gereedschapspunt – het machinenulpunt is het
referentiepunt
4: Sledepositie
5: Afstand referentienok/nulimpuls
6: Ingestelde positiewaarde
7: Verschil gereedschapspunt/sledepositie
8: Ingestelde IPO-positie
Besturingsconfiguratie [MP 18] PLC voert werkstuktelling uit
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
M0/M1 voor alle NC-kanalen – configuratieparameters
Interpreterstop bij gereedschapswissel
0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld – de vooruitziende regelinterpretatie wordt
gestopt en pas weer geactiveerd, nadat de functie G14 is
afgewerkt
Uitbreidingscode 1 – Configuratieparameters
Aanzetten [MP 204] IJlgang baansnelheid handbediening
Aanzet baansnelheid handbediening (wordt meestal vastgelegd
met “S, F, T instellen”)
Aanzet per omwenteling handbediening
Draadsnijden [MP 208] De in- of uitschakelbaan wordt toegepast wanneer de bijbehorende
parameters niet in het DIN-programma zijn geprogrammeerd.
Inschakelbaan [mm]
Versnellingsbaan aan het begin van de draadsnijgang voor
synchronisatie van de aanzetas en rotatieas.
Uitschakelbaan [mm]
Vertragingsbaan aan het einde van de draadsnijgang.
Positie van de meettaster of optische
meetapparatuur [MP 211]
Bij de positie van de meettaster worden de uitwendige
coördinaten van de taster aangegeven. Bij de optische
meetapparatuur wordt de positie van het dradenkruis
aangegeven.
Referentiepunt: machinenulpunt
Positie meettaster/optische meetapparatuur +X
Positie meettaster –X
Positie meettaster/optische meetapparatuur +Z
Positie meettaster –Z
Machineparameters (MP)