Operation Manual
442 8 Werkstand Besturen
8.3 Transfer
Interfaces
De data-overdracht vindt plaats via de Ethernet- of de seriële
interface. Wij adviseren overdracht via Ethernet, omdat de snelheid
en betrouwbaarheid van de transmissie daarbij hoger zijn dan bij de
overdracht via een seriële interface.
WINDOWS-netwerken (via Ethernet):
met een WINDOWS-netwerk integreert u uw draaibank in een LAN-
netwerk. De MANUALplus ondersteunt de bij WINDOWS
gebruikelijke netwerken. Vanaf de MANUALplus kunnen bestanden
worden verzonden/opgehaald. Andere netwerkgebruikers hebben
toegang tot “vrijgegeven directory’s” om erin te lezen of te
schrijven – onafhankelijk van de activiteiten van de MANUALplus.
Seriële data-overdracht:
De interfaceparameters (baudrate, woordlengte, etc.) moeten op
het externe apparaat worden afgestemd.
Printer:
De interfaceparameters (baudrate, woordlengte, etc.) moeten op de
printer worden afgestemd.
Instructies voor de data-overdracht
Met de MANUALplus (en DataPilot) worden DIN-programma’s, DIN-
macro’s, cyclusprogramma’s en ICP-contouren in verschillende
directory’s beheerd. Bij de keuze van de “programmagroep” wordt
automatisch naar de desbetreffende directory geschakeld.
Parameters en gereedschapsgegevens worden onder de
bestandsnaam die bij “Backup-naam” is ingevoerd, in het externe
apparaat opgeslagen. De “Backup-naam” wordt ter informatie
aangegeven, hij kan echter alleen door servicepersoneel worden
gewijzigd.
Automatisch inloggen
Wanneer “Auto-login – Ja” wordt ingesteld, zorgt de MANUALplus
voor het inloggen op het netwerk. De voor het inloggen benodigde
“gebruikersnaam” en het “wachtwoord” worden in de dialoogbox
“Instellingen” ingevoerd. Wanneer u niet “automatisch inlogt”,
moeten de gebruikersnaam en het wachtwoord bij het opstarten van
het systeem worden ingevoerd. Het nadeel hiervan is dat er iedere
keer bij het opstarten van het systeem gegevens moeten worden
ingevoerd – en alleen cijfers kunnen worden gebruikt voor de
“gebruikersnaam” en het “wachtwoord”.
Let op: botsingsgevaar!
Andere netwerkgebruikers kunnen NC-programma's van
de MANUALplus overschrijven. Zorg er bij de inrichting
van het netwerk en bij de uitgifte van
vrijgavewachtwoorden voor, dat alleen geautoriseerde
personen toegang tot de MANUALplus hebben.