Operation Manual

444 8 Werkstand Besturen
8.3 Transfer
Configuratie van de data-overdracht
Instellingen kiezen
Netwerk kiezen en de directory van
het externe apparaat instellen in
(invoerveld “Naam van apparaat”) –
afbeelding rechtsboven
Serieel kiezen en de
interfaceparameters instellen –
afbeelding rechtsonder
Printer kiezen en de
interfaceparameters instellen –
afbeelding rechtsonder
Instelling overnemen
Terug kiezen
Voor “instellingen” is de autorisatie van
“systeembeheerder “ nodig (zie
“Bedieningsautorisatie” op bladzijde 453). De actieve
modus wordt rechts boven de softkeybalk
weergegeven.
Instellingen in de modus “Netwerk”
Naam van apparaat: Voer de naam en directory
van de server als volgt in:
//computernaam/pad
(het teken “/” komt overeen met het teken “\” op
de PC; de “computernaam” en “vrijgavenaam”
worden op de PC van het externe apparaat
ingesteld)
Auto Login
Ja: er wordt automatisch ingelogd
Nee: er wordt niet automatisch ingelogd
Gebruikersnaam: voor automatisch inloggen
Wachtwoord: voor automatisch inloggen