Operation Manual

HEIDENHAIN MANUALplus 4110 487
9.3 ICP-voorbeeld “Matrijs”
9.3 ICP-voorbeeld “Matrijs”
In dit voorbeeld wordt uitgelegd hoe met behulp van de ICP-
programmering een matrijs wordt gemaakt. De afzonderlijke
bewerkingsstappen die nodig zijn om een ICP-contour te maken en
deze in ICP-cycli op te nemen, worden aan de hand van de
productietekening verklaard.
Wanneer de bewerking is afgerond, heeft u de ICP-
contourbeschrijving en het cyclusprogramma tot uw beschikking.
De bewerking geschiedt met ICP-cycli overdwars.
Toegepast gereedschap
Voorbewerkingsgereedschap:
Positie T1
WO = 1 gereedschapsoriëntatie
A = 93° instelhoek
B = 55° gereedschapspunthoek
R = 0,8 gereedschapsradius
Nabewerkingsgereedschap:
Positie T2
WO = 1 gereedschapsoriëntatie
A = 93° instelhoek
B = 55° gereedschapspunthoek
R = 0,5 gereedschapsradius
Werkwijze
8 Ruwdeel inspannen (diameter 95 mm, lengte 100 mm)
8 Machine instellen
– werkstuknulpunt vastleggen
– gereedschapsmaten bepalen
8 Omschakelen naar “Teach-in”
8 Positioneercycli voor gereedschapswissel invoeren
8 ICP-contour maken
8 ICP-contour in voorbewerkings- en nabewerkingscyclus opnemen