Operation Manual
54 3 Werkstand Machine
3.5 Gereedschappen instellen
3.5 Gereedschappen instellen
De MANUALplus ondersteunt het opmeten van de gereedschappen
door aanraken met een meettaster of met optische meetapparatuur.
Stel de meetprocedure in machineparameter 6 in.
Bij gedimensioneerd gereedschap voert u de instelmaten in de
werkstand “Gereedschapsbeheer” in.
Voer het op te meten gereedschap in de gereedschapstabel in (zie
“Gereedschapsgegevens” op bladzijde 418)
Zet een eerder opgemeten gereedschap in en voer
het T-nummer in bij “S, F, T instellen”
Draai het eindvlak en definieer deze positie als werkstuknulpunt.
Ga terug naar “S, F, T instellen”, zet het te meten
gereedschap in en voer het bijbehorende T-nummer
in
Gereedschap meten activeren
Raak het eindvlak aan. “0” als “meetpuntcoördinaat Z” invoeren
(werkstuknulpunt)
Sla de gereedschapsmaat op (de correctiewaarde
wordt gewist)
Draai de meetdiameter. Diametermaat als “meetpuntcoördinaat X”
invoeren
Sla de gereedschapsmaat op (de correctiewaarde
wordt gewist)
Snijkantradius invoeren
Snijkantradius in de gereedschapstabel overnemen.
Gereedschapsmaten door aanraken bepalen