Operation Manual
60 3 Werkstand Machine
3.6 Werkstand “Handbediening”
3.6 Werkstand “Handbediening”
Bij de handmatige werkstukbewerking verplaatst u de assen met
de handwielen of jog-toetsen. In deze werkstand kunt u ook gebruik
maken van cycli, bijvoorbeeld voor ingewikkelde bewerkingen
(halfautomatisch bedrijf). De verplaatsingen en cycli worden echter
niet opgeslagen.
Na inschakeling en de referentieprocedure bevindt de MANUALplus
zich in de werkstand “Handbediening”. Deze werkstand duurt voort
tot u Teach-in, of programma-uitvoering kiest. Met de toets
“Menu” schakelt u terug naar handbediening. Met de term
“Machine” in de kopregel wordt aangegeven dat er sprake is van
“handbediening”.
Definieer het werkstuknulpunt (zie“Machine instellen” op
bladzijde 50) en voer de machinegegevens in (zie
“Machinegegevens” op bladzijde 46) voordat u met de verspaning
begint.
Gereedschap wisselen.
Voer het T-nummer in en controleer de gereedschapsparameters.
Met “T0” wordt geen gereedschap gedefinieerd. Er worden dus geen
lengtematen, snijkantradius, etc. opgeslagen.
Spil
U voert het spiltoerental in bij “S, F, T instellen”. De spil wordt met de
schakelaars op het machinebedieningspaneel in- en uitgeschakeld.
Voor het positioneren van de spil stelt u “stilzethoek A” in
(invoervenster “S, F, T instellen”).
Bediening van het handwiel
Met de keuzeschakelaar Oplossend vermogen handwiel op het
machinebedieningspaneel kunt u invoeren hoever de assen bij iedere
stap worden verplaatst.
Jog-bedrijf (joystick)
Met de jog-toetsen verplaatst u de assen met aanzetsnelheid of
ijlgang. U voert de aanzetsnelheid in bij “S, F, T instellen” en de
ijlgangsnelheid bij “Actuele parameters - Machineparameters -
Aanzetten”.
Let op het maximumtoerental (kan worden ingesteld met
“S, F, T instellen”).