Operation Manual

62 3 Werkstand Machine
3.7 Werkstand “Teach-in
3.7 Werkstand “Teach-in
Tijdens het Teach-in bedrijf (cyclusbedrijf) wordt de
werkstukbewerking stapsgewijs met behulp van cycli
uitgevoerd. De MANUALplus “leert” deze
werkstukbewerking en slaat de vereiste
bewerkingsstappen op in een cyclusprogramma dat
telkens opnieuw kan worden gebruikt.
“Teach-in” wordt met een softkey ingeschakeld en in
de kopregel aangegeven.
Elk cyclusprogramma heeft een nummer en
bovendien een korte beschrijving. Elke cyclus wordt in
een genummerde regel weergegeven. Het
regelnummer is niet van belang voor de programma-
uitvoering, de cycli worden achtereenvolgens
uitgevoerd. Als de cursor op een cyclusregel staat,
toont de MANUALplus de cyclusparameters.
De cyclusregel omvat:
regelnummer
gebruikt gereedschap
Cyclusaanduiding
Nummer van de ICP-contour resp. van de DIN-
macro (in [...])
Cycli programmeren
Wanneer u een nieuw cyclusprogramma maakt,
gebeurt dat bij elke cyclus volgens de procedure
“Invoeren - Simulatie - Uitvoeren - Opslaan”. De
afzonderlijke cycli die achtereenvolgens worden
uitgevoerd, vormen samen het cyclusprogramma.
Bestaande cyclusprogramma's worden gewijzigd
door de bestaande cyclusparameters te wijzigen,
bestaande cycli te wissen en nieuwe cycli toe te
voegen.
Wanneer u de werkstand “Teach-in” verlaat of de
machine uitschakelt, blijft het cyclusprogramma
bestaan.
U komt met de softkey in de editor voor het maken
van ICP-contouren, wanneer u een ICP-cyclus
oproept, (zie “ICP-contouren bewerken” op
bladzijde 243).
DIN-macro's kunt u in de DIN-editor programmeren
en vervolgens in een DIN-cyclus opnemen. Wanneer
u de DIN-cyclus selecteert of het “hoofdmenu” heeft
gekozen, komt u met de desbetreffende softkey in de
DIN-editor (zie “DIN-programmering” op
bladzijde 278).
Softkey’s
Naar “Keuze van cyclusprogramma's”
overschakelen (zie “Programmabeheer” op
bladzijde 75).
Regelnummers van de cycli opnieuw nummeren.
Het alfanumerieke toetsenbord oproepen, om de
programmabeschrijving in te voeren of te wijzigen.
Gekozen cyclus wissen.
Cyclusparameters tijdelijk opslaan. Vervolgens
worden met “Cyclus toevoegen” de gegevens
overgenomen (voorbeeld: Parameter van de
voorbewerkingscyclus overnemen voor een
nabewerkingscyclus).
Cyclusparameter of -modus wijzigen (het cyclustype
kan niet worden gewijzigd).
Nieuwe cyclus onder de cursor invoegen.