Operation Manual
68 3 Werkstand Machine
3.9 Grafische simulatie
3.9 Grafische simulatie
Met de grafische simulatie controleert u vóór de
verspaning de verspaningsbewerking, de snede-
opdeling en gerealiseerde contour.
In de werkstanden “Handbediening” en “Teach-in”
controleert u het verloop van een afzonderlijke cyclus.
In de werkstand “Programma-uitvoering” controleert
u een compleet cyclus- of DIN-programma.
Een geprogrammeerd onbewerkt werkstuk wordt in
de simulatie getoond. De MANUALplus simuleert ook
bewerkingen die aan de voorkant of op het
manteloppervlak worden uitgevoerd (gepositioneerde
spil of C-as). Daardoor kan de complete verspaning
worden gecontroleerd.
Tijdens handbediening en Teach-in wordt altijd de
cyclus gesimuleerd die u op dat moment bewerkt.
Tijdens de werkstand "Programma-uitvoering" begint
de simulatie vanaf de cursorpositie. DIN-programma's
worden vanaf het programmabegin gesimuleerd.
U kunt kiezen uit lijn- en snijspoorweergave. Voor de
draaibewerking heeft u bovendien de beschikking
over de bewegingssimulatie (veeggrafiek). Deze
grafische controle is vooral in de werkstand
“Programma-uitvoering” aan te raden, omdat zij een
goed overzicht van de verspaningsbewerking biedt.
De lijnweergave is heel geschikt om de snede-
opdeling snel te bekijken. Ze is echter ongeschikt voor
een nauwkeurige controle van de contour, omdat de
baan van de theoretische gereedschapspunt niet
overeenkomt met de werkstukcontour. De CNC
compenseert deze “vertekening” door middel van
snijkantradiuscorrectie.
De snijspoorweergave houdt rekening met de
geometrie van de snijkant. U kunt controleren of er
materiaal achterblijft, of de contour wordt beschadigd
en of overlappingen te groot zijn. De
snijspoorweergave is met name interessant bij steek-
, boor- en freesbewerkingen, omdat hier de
gereedschapsvorm bepalend is voor het resultaat.