Operation Manual

70 3 Werkstand Machine
3.9 Grafische simulatie
Aanzichten
Bewerkingen met een positioneerbare spil of C-as
controleert u met het “eindvlak- of mantelaanzicht”
(onder “Extra functies”). Het “rotatie-, eindvlak- of
mantelaanzicht” wordt alternatief weergegeven.
Rotatie-aanzicht
Weergave in het X-Z-vlak.
Eindvlakaanzicht
Weergave in het XK–YK-vlak. Het assenkruis is met
behulp van cartesiaanse coördinaten
gedimensioneerd. Het nulpunt bevindt zich op de
hartlijn, hoek C=0° op de positieve XK-lijn (zie
afbeelding rechtsboven).
Mantelaanzicht
Weergave van het “uitgeslagen mantelvlak” (Z-CY-
vlak). Het assenkruis is met behulp van cartesiaanse
coördinaten gedimensioneerd. De horizontale toont
de Z-as en de verticale de CY-as (zie afbeelding
rechtsonder). De bovenste/onderste lijnen van dit
“werkstuk” komen overeen met de hoekpositie
C=-180°/+180°. Alle boor- en freesbewerkingen
worden binnen het bereik –180° tot +180°
weergegeven.
Cyclus- of DIN-programma:
Basis voor de "werkstukuitslag" zijn de maten van
de parameter "Standaard-Onbewerkt werkstuk"
(Actuele parameters – Grafische parameters –
Standaard onbewerkt werkstuk).
Afzonderlijke cyclus of Teach-in:
Basis voor de "werkstukuitslag" is het gedeelte
van het werkstuk waarmee deze cyclus wordt
beschreven (de Z-vergroting en
begrenzingsdiameter X).
De softkey's “Eindvlak-/
Mantelaanzicht” kunnen uitsluitend
worden gebruikt, wanneer een cyclus/
cyclusprogramma met boor-/
freesfuncties of een DIN-programma
wordt geactiveerd.
In het rotatie-aanzicht kunt u de diepte
van een axiale boring/freesbewerking
controleren en in het eindvlakaanzicht
de diepte van een radiale boring/
freesbewerking.