Operation Manual
126 Cyclusprogrammering
4.1 Met cycli werken
Cyclusmenu
Het hoofdmenu toont de cyclusgroepen (zie tabel onder). Nadat u een
groep hebt geselecteerd, verschijnen de menutoetsen van de cycli.
Voor complexe contouren gebruikt u ICP-cycli en voor technologisch
moeilijke bewerkingen DIN-macro's. De namen van de ICP-contouren
resp. DIN-macro's staan in het cyclusprogramma aan het regeleinde
van de cyclus.
Sommige cycli beschikken over optionele parameters. De
bijbehorende contourelementen worden alleen vervaardigd als deze
parameters zijn ingevoerd. De codeletters van optionele resp. vooraf
ingestelde parameters zijn grijs weergegeven.
De volgende parameters worden alleen in de werkstand Inleren
gebruikt:
Startpunt X, Z
Machinegegevens S, F, T en ID
Cyclusgroepen Menutoets
Onbewerkt werkstuk
Standaard of onbewerkt werkstuk ICP definiëren
Aparte snijgangen
Positioneren spoedgang, lineaire en cirkelvormige
aparte snijgangen, afkanting en afronding
Verspaningscycli overlangs/overdwars
Voor- en nabewerkingscycli overlangs en
overdwars.
Steek- en steekdraaicycli
Cycli voor insteken, contoursteken, draaduitloop
maken en afsteken.
Draadsnijden
Schroefdraadcycli, vrijdraaien en schroefdraad
nasnijden.
Boren
Boorcycli en bewerking van patronen voor
voorkant en mantelvlak
Frezen
Freescycli en bewerking van patronen voor
voorkant en mantelvlak
DIN-macro
DIN-macro integreren