Operation Manual
170 Cyclusprogrammering
4.4 Verspaningscycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase:
Voorbewerken
Met de volgende optionele parameters definieert u:
W:afkanting aan het einde van de contour
R:afronding (in beide hoeken van de terugvallende contour)
B1:afkanting/afronding aan het begin van de contour
B2:afkanting/afronding aan het einde van de contour
BP:pauzeduur
BF:voedingsduur
Uitvoeren van cyclus
1 berekent de snede-opdeling (aanzet)
2 zet vanaf het startpunt asparallel aan voor de eerste snede
3 steekt met gereduceerde voeding met insteekhoek A in
4 verplaatst met voedingssnelheid naar eindpunt X2 of naar een
optioneel contourelement
5 afhankelijk van de contourafronding H: wordt de contour verlaten.
6 keert terug en zet aan voor de volgende snede
7 herhaalt 3...6 tot eindpunt Z2 bereikt is
8 keert asparallel terug naar het startpunt
9 benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant