Operation Manual
172 Cyclusprogrammering
4.4 Verspaningscycli
Bewerkingswijze voor toegang tot technologiedatabase:
Nabewerken
Uitvoeren van cyclus
1 verplaatst in dwarsrichting van startpunt naar beginpunt X1, Z1
2 bewerkt het gedefinieerde contourgedeelte na
3 keert asparallel terug naar het startpunt
4 benadert overeenkomstig de instelling G14 de
gereedschapswisselpositie
Verspanen, insteken afwerken overdwars
Versp.cycli overl./overdwars selecteren
Insteken overdwars selecteren
Softkey Afwerkgang inschakelen
Met de cyclus wordt het contourgedeelte nabewerkt van beginpunt
contour tot eindpunt contour. Het gereedschap keert aan het einde
van de cyclus terug naar het startpunt.
MFS M bij begin: M-functie die aan het begin van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
MFE M bij einde: M-functie die aan het einde van de
bewerkingsstap wordt uitgevoerd.
WP Weergave met welke werkstukspil de cyclus wordt
uitgevoerd (machineafhankelijk)
Hoofdaandrijving
Tegenspil voor bewerking aan de achterkant
Het gereedschap steekt met de maximaal mogelijke
hoek in, het restmateriaal blijft staan.
Hoe steiler het gereedschap insteekt, des te meer wordt
de voeding gereduceerd (max. 50%).
Cyclusparameters
X, Z Startpunt
X1, Z1 Beginpunt contour
X2, Z2 Eindpunt contour
A Insteekhoek (bereik: 0° <= A < 90°; default: 0°)
W Eindhoek – afkanting aan het einde van de contour
(bereik: 0° <= W < 90°)
G47 Veiligheidsafstand (zie pagina 128)