Operation Manual
226 Cyclusprogrammering
4.5 Steekcycli
Steekdraaien
De steekdraaicycli verspanen door afwisselende insteek- en
voorbewerkingsbewegingen. Hierdoor vindt de verspaning met zo
weinig mogelijk vrijzet- en aanzetbewegingen plaats.
Met onderstaande parameters kunt u de eigenschappen van de
steekdraaibewerking beïnvloeden:
Aanzet insteek O: aanzet voor de insteekbeweging
Draaibewerking in één/twee richtingen U: u kunt de
draaibewerking in één of twee richtingen uitvoeren. Bij radiale
steekdraaicycli vindt de bewerking in één richting plaats, in de
richting van de hoofdspil - bij axiale ICP-steekdraaicycli komt de
bewerkingsrichting overeen met de richting van de contourdefinitie.
Verspringingsbreedte B: vanaf de tweede aanzetbeweging wordt
bij de overgang van de draai- naar de steekbewerking het te
verspanen gedeelte gereduceerd met de verspringingsbreedte. Bij
iedere volgende overgang van draai- naar steekbewerking aan deze
flank vindt aanvullend op de verspringing tot dan toe een reductie
met de verspringingsbreedte plaats. De som van de "verspringing"
wordt begrensd tot 80% van de effectieve snijkantbreedte
(effectieve snijkantbreedte = snijkantbreedte – 2*snijkantradius).
De MANUALplus reduceert eventueel de geprogrammeerde
verspringingsbreedte. Het overblijvende restmateriaal wordt aan
het einde van het voorsteken met een steekslag verspaand.
Draaidieptecorrectie RB: afhankelijk van het materiaal, de
voedingssnelheid, etc. "kantelt" de snijkant bij de draaibewerking.
Deze aanzetfout wordt bij "afwerken uitgebreid" met
draaidieptecorrectie gecorrigeerd. De draaidieptecorrectie wordt
meestal empirisch bepaald.
Voor de cycli is steekdraaigereedschap vereist.