Operation Manual
246 Cyclusprogrammering
4.5 Steekcycli
ICP-steekdraaien radiaal afwerken
Steekcycli selecteren
Steekdraaien selecteren
Steekdraaien radiaal ICP selecteren
Softkey Afwerkgang inschakelen
De cyclus bewerkt het contourgedeelte na dat in de ICP-contour is
beschreven (zie ook "Steekdraaien" op pagina 226). Het gereedschap
keert aan het einde van de cyclus terug naar het startpunt.
Met de overmaten onbew. werkstuk I, K van het
onbewerkte werkstuk definieert u het materiaal dat bij de
nabewerkingscyclus wordt verspaand. Geef daarom bij
het steekdraaien/nabewerken de overmaten op.
Cyclusparameters
X, Z Startpunt
FK ICP-bewerkt werkstuk: naam van de te bewerken contour
RB Draaidieptecorrectie
I, K Overmaat X, Z
SX, SZ Snijbegrenzingen (zie pagina 128)
G14 Gereedschapswisselpositie (zie pagina 128)
A Beginhoek definieert het bewerkingsgedeelte bij het
beginpunt van de contour
W Eindhoek definieert het bewerkingsgedeelte bij het
eindpunt van de contour
T Revolverplaatsnummer
ID Gereedschaps-ID-nummer
S Toerental/snijsnelheid
F Voeding per omwenteling
G47 Veiligheidsafstand (zie pagina 128)
MT M na T: M-functie die na gereedschapsoproep T wordt
uitgevoerd.